Inhoudsopgave
Termijncontracten (zoals Futures en Forward Rate Agreements) zijn financiële instrumenten. Met financiële instrumenten trek je kapitaal aan (of je zet kapitaal uit), probeer je prijs- of renterisico’s af te dekken en/of ga je speculeren. Als we het over financiële instrumenten hebben dan hebben we het zowel over aandelen en obligaties als over meer complexere financiële instrumenten als swaps, opties, futures en termijncontracten.
1 Financieel Instrument
Termijncontracten zoals futures en FRA’s zijn zogenaamde financiële instrumenten. Een financieel instrument is een overeenkomst tussen partijen die leidt tot een recht bij de ene partij en een financiële verplichting bij de andere partij. Bij de aankoop van een aandeel verwerf je bijvoorbeeld recht op dividend, stemrecht en informatierecht. En bij de aankoop van een optie verwerf je het recht om in afgesproken periode tegen een afgesproken prijs een pakket aandelen (of andere effecten) te kopen of verkopen. Om het recht te verwerven betaal je een prijs. Op deze pagina wordt duidelijk wat een financieel instrument precies is. Waarom bedrijven, beleggers en particulieren hiervan gebruik maken en wat de risico’s ervan zijn.
Artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht geeft aan welke producten onder een financieel instrument vallen:
- effect;
- geldmarktinstrument;
- recht van deelneming in een beleggingsinstelling, niet zijnde effect;
- optie, future, swap, rentetermijncontract of ander derivatencontract dat betrekking heeft op effecten, valuta, rentevoeten of rendementen, of andere afgeleide instrumenten, indexen of maatstaven en dat kan worden afgewikkeld door middel van materiële aflevering of in contanten;
- optie, future, swap, rentetermijncontract of ander derivatencontract dat betrekking heeft op grondstoffen en in contanten moet of mag worden afgewikkeld naar keuze van een van de partijen, tenzij de reden het in gebreke blijven is of een andere gebeurtenis die beëindiging van het contract tot gevolg heeft;
- optie, future, swap of ander derivatencontract dat betrekking heeft op grondstoffen, alleen kan worden afgewikkeld door middel van materiële levering en wordt verhandeld op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit; andere optie, future, swap of termijncontract dan bedoeld onder f of ander derivatencontract dat betrekking heeft op grondstoffen, kan worden afgewikkeld door middel van materiële levering en niet voor commerciële doeleinden bestemd is, en dat de kenmerken van andere afgeleide financiële instrumenten heeft;
- afgeleid instrument voor de overdracht van kredietrisico;
- financieel contract ter verrekening van verschillen;
- optie, future, swap, termijncontract of ander derivatencontract met betrekking tot klimaatvariabelen, vrachttarieven, emissierechten, inflatiepercentages of andere officiële economische statistieken, en dat contant moet, of, op verzoek van één der partijen, kan worden afgewikkeld, anderszins dan op grond van een verzuim of een ander ontbindend element of ander derivatencontract met betrekking tot activa, rechten, verbintenissen, indices of maatregelen dan hiervoor vermeld en dat de kenmerken van andere afgeleide financiële instrumenten bezit;
Financiële instrumenten worden in het dagelijks taalgebruik effecten genoemd. Effecten is dan ook niks anders dan een verzamelnaam van de verschillende financiële instrumenten zoals aandelen, obligaties, swaps, opties en termijncontracten.
1a Doel
Financiële instrumenten dragen bij aan het meer perfect, meer compleet en meer efficiënt maken van de nationale en internationale financiële markten. Oorspronkelijk werden financiële instrumenten zoals aandelen en obligaties ingezet voor het aantrekken en uitzetten van kapitaal. Later werden daar de meer complexe financiële instrumenten als opties, swaps en futures aan toegevoegd voor het afdekken van bijvoorbeeld prijs- of renteveranderingen. Tegenwoordig worden deze zogenaamde derivaten ook gebruikt voor beleggingen of speculatie. Financiële instrumenten bieden de mogelijkheid om:
- Aantrekken of wegzetten van kapitaal;
- Fiscale voordelen te behalen;
- Transactiekosten te besparen;
- Risicoprofielen te veranderen;
- Afwentelen van prijsveranderingen;
- Beleggen dan wel te speculeren.
1b Hedging
Hedging is het feitelijk afdekken van mogelijke veranderingen in rentetarieven, wisselkoersen of van prijzen van (eind)producten door het gebruik van financiële instrumenten. Met hedging bescherm je de financiële positie van een bedrijf tegen onverwachte prijsfluctuaties op de markt. Met hedgen is de winst van een bedrijf weer het resultaat van je operationele activiteiten en niet van ontwikkelingen op de financiële markten.
- Open positie; een onderneming is natuurlijk niet verplicht om te hedgen. Een onderneming kan het risico van prijsfluctuaties accepteren. Men spreekt dan van een ‘open positie’. Het nadeel is dan wel dat het resultaat niet alleen afhankelijk is van de bedrijfsactiviteiten maar ook van de wereldmarkt waar je als bedrijf geen invloed op hebt. Kapitaalverschaffers zoals aandeelhouders of vreemd vermogen verschaffers vinden dit niet prettig en zien graag dat deze risico’s afgedekt worden.
- Interne hedge; indien een bedrijf voor haar resultaat niet afhankelijk wil zijn van de internationale financiële markt zal ze proberen open posities zoveel mogelijk af te dekken. Eerst zal het bedrijf daarbij kijken of er mogelijkheden zijn om het risico van prijsfluctuaties binnen de eigen organisatie af te wentelen. Dat wil zeggen dat het prijsrisico wordt afgewenteld op leveranciers, de klant of de Belastingdienst. Dit kan bijvoorbeeld door betaling door de klant bij levering in dollars overeen te komen.
- Externe hedge; indien er geen mogelijkheden zijn om een prijsrisico binnen het eigen bedrijf af te wentelen en het bedrijf vindt een open positie te risicovol dan kan op de financiële markt (optie-, valuta-, swap-, vermogensmarkt) een passende transactie worden aangegaan waarmee de open positie wordt afgedekt. Het bedrijf betaalt hier uiteraard wel een prijs voor.
1c Complexe Financiële Instrumenten –> Derivaten
Naast de eenvoudige financiële producten zoals het aandeel, de obligatie of de spaarrekening kennen we ook complexte financiële producten zoals de optie of het termijncontract. Voor het beleggen in complexe financiële producten heeft de belegger specialistische kennis nodig. Een beleggingsadviseur of bank moet zich volgen Europese regelgeving ervan gewissen dat de belegger ook daadwerkelijk over deze kennis beschikt alvorens zij advies mogen uitbrengen. Rendementen van complexe financiële producten zijn in potentie hoog. Maar daar staat een hoog risico tegenover. Complexe financiële producten hebben de volgende kenmerken:
- Afgeleide producten; complexe financiële producten zijn afgeleide producten, zogenaamde derivaten. Derivaten zijn beleggingsproducten die afgeleid zijn van andere (financiële) producten zoals aandelen, obligaties, indices, grondstoffen of valuta’s. De belegger speculeert alleen op de prijsontwikkeling van deze producten. Daarom spreken we van een afgeleid financieel instrument.
- Prijsontwikkeling; bij afgeleide producten beschikt de belegger vaak niet zelf over de onderliggende waarde (aandelen, obligatie, goud of aardappelen) maar speculeert het alleen op de prijsontwikkeling van het aandeel, de obligatie, het goed of de aardappel.
Veelal wordt een complex financieel product (derivaat) door verkocht of afgesloten voor de vervaldag. Dit omdat het niet de bedoeling is dat de belegger de onderliggende waarde daadwerkelijk in bezit krijgt.
- Hefboomproducten; complexe financiële producten maken gebruik van het zogenaamde hefboomeffect. Dat wil zeggen dat je het effect van een belegging kunt verveelvoudigen zonder dat je extra vermogen investeert. De hefboomwerking werk als volgt. Stel je hebt 1 aandeel van € 1.000. Bij een koersstijging van 10% heb je een winst van € 100. Als je een call-optie hebt voor 500 aandelen en de beurskoers ligt 10% hoger dan de uitoefenprijs dan is de winst gelijk aan 10% van € 1000 maal 500. De winst bedraagt dan geen € 100 maar 500 * € 100 = € 50.000. Dit klinkt natuurlijk fantastisch. Je hoeft alleen in een optie te investeren en niet in de onderliggende aandelen zelf. Maar voor de optie moet je een (hoge) optiepremie betalen. En als de koers daalt in plaats van stijgt ben je de gehele investering in de optiepremie kwijt.
Een afgeleid product wordt vaak gezien als een speculatief product. Toch zijn complexe financiële producten prima instrumenten om risico’s af te dekken. Maar moet je natuurlijk wel weten waarmee je bezig bent. Hieronder worden derivaten als de optie, swaps en de future toegelicht.
Opties, Warrants, Swaps & Termijncontracten
Opties, Swaps en Termijncontracten (Futures & FRA’s) zijn allen complexe financiële producten (derivaten). Waarmee partijen die bij de transactie zijn betrokken hetzij risico’s van prijsontwikkeling op de financiële markten willen afdekken hetzij daarop willen speculeren. Deze complexe financiële producten lijken erg op elkaar. Partijen sluiten een overeenkomst met elkaar af waarin zij een tegengestelde positie innemen. De winst van de ene is het verlies van de ander. Hoewel deze financiële instrumenten grote gelijkenissen hebben zijn ze wel degelijk verschillend.
- Futures en Forward Rate Agreements (FRA’s); zijn zogenaamde termijncontracten waarbij een toekomstige transactie wordt overeengekomen. Bij een termijncontract heeft de koper de plicht om het product (het aandeel, goud of bepaalde hoeveelheid valuta) tegen een vooraf vastgestelde prijs te kopen. Waarbij futures aan de beurs worden verhandeld en FRA’s op de zogenaamde ‘Over the Counter’ markten.
- Opties en Warrants; ook in de optie of warrant staat een toekomstige transactie centraal. Bij opties en warrants bestaat er een recht en níet de plicht om de transactie op een bepaalde datum plaats te laten vinden. Voor dit recht betaalt de koper van de optie een optiepremie aan de verkoper. Waarbij opties aan de beurs worden verhandeld en warrants op de zogenaamde ‘Over the Counter’ markten.
- Swaps; de swap heeft hetzelfde doel als de termijncontract of de optie. Namelijk het afdekken van risico’s en het speculeren op prijsontwikkelingen. Bij een swap is er echter geen sprake van toekomstige transactie. Een swap is een ruilcontract waarbij een partij voor een bepaalde periode een risico wisselt tegen dat van een andere partij. Bij een swap wordt dat gedaan door bepaalde geldbedragen (bijvoorbeeld de vaste en variabele rente over een geldlening) voor een bepaalde periode uit te wisselen.
2 Termijncontracten?
Een termijncontract is een overeenkomst van een transactie die in de toekomst plaatsvindt. Een termijncontract is een afspraak tussen twee partijen om een bepaald product (aandelen, obligaties, goud, valuta, etc) in de toekomst te kopen tegen een prijs die vandaag is overeen gekomen. Bij een termijn contract heeft de belegger de plicht om het product (de onderliggende waarde) op een vastgestelde datum te kopen tegen de vastgestelde prijs.
- Afdekken prijsrisico; doel van een termijncontract is het afdekken van het risico van prijsveranderingen. Met het afdekken van deze risico’s bescherm je de financiële positie van een organisatie tegen prijsveranderingen op de markt. Denk daarbij aan KLM die prijsschommelingen in de kerosineprijs wil afdekken. Zodat het resultaat een goede weerspiegeling is van de bedrijfsactiviteiten. En het resultaat niet wordt beïnvloed door prijsverschillen van kerosine of schommelingen in wisselkoersen van valuta waar KLM haar inkopen en verkopen mee doet.
- Kopen of verkopen van een termijncontract; een termijncontract kan worden gekocht of worden verkocht. De koper van een termijncontract (ook wel houder van een “long positie” genoemd) neemt de verplichting op zich om de afgesproken hoeveelheid in ontvangst te nemen en te betalen tegen een van te voren vastgestelde prijs. De verkoper (houder van een “short positie”) heeft een leveringsplicht tegen deze prijs.
- Afgeleide financieel instrument; termijncontracten zijn net zoals opties en swaps beleggingsproducten (derivaten) die zijn gebaseerd op, of afgeleid van producten als aandelen, obligaties, indices, grondstoffen of valuta’s. Strikt genomen is een afgeleid product een contract tussen twee partijen die afspraken maken over de looptijd, prijs en het product (de zogenaamde onderliggende waarde). Het doel van een termijncontract is dus niet de aankoop van het product zelf (de zogenaamde onderliggende waarde). Het doel van een termijncontract is het inspelen op de prijsverandering van dit product. Daarom spreken we van een afgeleid financieel instrument.
2a Voorbeeld Termijncontract
KLM heeft voor de inkoop van kerosine een zogenaamde open positie. Dat wil zeggen dat vraag en aanbod op de oliemarkt (mede) bepalend is het resultaat van KLM. Immers de verkoopprijzen heeft KLM al voor het komende jaar vastgesteld. Terwijl de inkoopprijs van kerosine nog sterk kan schommelen. KLM wil niet dat ontwikkelingen op de internationale oliemarkt het resultaat beïnvloeden. KLM is immers een vliegmaatschappij en geen financiële instelling of beleggingsmaatschappij. KLM wil daarom deze open positie afdekken en wil een contract afsluiten met een ander partij, veelal een belegger, die dit prijsrisico voor haar rekening wil nemen.
- Vooraf bepaalde prijs; belangrijkste kenmerk van een termijn contract is dat een afspraak wordt gemaakt voor een toekomstige transactie tegen een prijs die in het hier en nu wordt afgesproken. KLM spreekt bijvoorbeeld met een belegger af om over negen maanden een bepaalde hoeveelheid kerosine te kopen tegen de dagprijs van vandaag. Prijsstijgingen of -dalingen van kerosine hebben daarmee de komende negen maanden geen invloed op het resultaat van KLM.
- De belegger; de belegger die verwacht dat de prijs van kerosine gaat dalen vormt in dit geval de tegenpartij van KLM. KLM is daarbij de kopende partij van het termijncontract. Mocht de prijs van kerosine inderdaad dalen
dan maakt de belegger winst. Immers de belegger ontvangt van KLM de afgesproken prijs. Mocht de prijs van kerosine onverhoeds toch stijgen dan maakt de belegger verlies.
- Waardebepaling termijncontract; nadat een termijncontract is afgesloten zal de prijs van het product dagelijks veranderen (in dit voorbeeld de prijs van kerosine). Stel nu dat de prijs van kerosine daalt. Dan krijgt het termijncontract een intrinsieke waarde. De belegger die speculeerde op een prijsdaling van kerosine maakt een virtuele winst (hoeveelheid * prijsverschil tussen vastgestelde en marktprijs van dat moment). Deze virtuele winst vertegenwoordigt de actuele waarde van het (termijn)contract.
- Levering of Verrekening?; het uitgangpunt van een termijncontract is dat de koper ervan het product op de vervaldatum tegen de afgesproken prijs moet kopen. En de verkoper van het contract moet leveren. Fysieke levering (de belegger levert kerosine aan KLM) komt echter niet vaak voor. Levering vindt in de meeste gevallen plaats in de vorm van contante verrekening. Waarbij de belegger (indien de prijs van kerosine is gestegen) het verschil tussen de marktprijs en de vastgestelde prijs aan KLM overmaakt (= verlies belegger). Is de prijs van kerosine op de vervaldag lager dan de vastgestelde prijs dan maakt KLM het verschil tussen de marktprijs en de vastgestelde prijs over aan de belegger (=winst belegger).
- Vroegtijdige beëindiging van het contract; de meeste termijncontracten halen nooit de vervaldatum van het contract. Waarom niet? Omdat de kopende of verkopende partij de transactie (het contract) vóór de verrekeningsdatum annuleert. Dit bijvoorbeeld om winst te pakken, verlies te beperken of om geld vrij te maken voor andere investeringen. Dit kan door met de andere partij de waarde van het contract (van dat moment) te verrekenen. Of de belegger kan het contract door verkopen op de termijnmarkt aan een andere belegger. In het laatste geval gaat de verplichting om op het afgesproken tijdstip het product te leveren over naar de andere belegger.
Termijncontracten lijken een ver van mijn bed show. Dat is niet het geval. Ook jij hebt, zonder dat je je daarvan bewust bent, termijncontracten afgesloten. Denk daarbij aan de aankoop van je huis. Waar niet bij de koop maar bij de overdracht van het huis de overeengekomen verkoopprijs wordt betaald. Met als risico dat de waarde van het huis inmiddels alweer is gedaald of gestegen. Dit risico ligt in dit geval dan bij jou, de koper van het huis. Maar dit geldt ook voor bijvoorbeeld het boeken van een vakantie waar je vaak pas twee weken van te voren de feitelijke betaling doet (tegen de afgesproken prijs).
2b Futures of Forward Rate Agreements?
We onderscheiden verschillende soorten termijncontracten; de futures en de Forward Rate Agreements (FRA’s). Futures en FRA’s lijken als financieel product erg op elkaar. In beide gevallen gaat een om een overeenkomst tussen twee partijen om een bepaald product (aandelen, obligaties, goud, valuta, etc) in de toekomst tegen een vastgestelde prijs te kopen of te verkopen. Waarbij het verschil is dat futures op de beurs worden verhandeld en FRA’s op de zogenaamde ‘Over the Counter’ (OTC) markten.
- Futures; worden verhandeld op de beurs, de zogenaamde termijnmarkt. Waarbij de beurs de futures uitgeeft en garant staat voor de kredietwaardigheid van alle partijen. Zodat er grote mate van zekerheid bestaat dat alle partijen de verplichtingen nakomen. De futures die op de beurs worden verhandeld zijn gestandaardiseerd. Hierdoor zijn futures in vergelijking met FRA’s veel makkelijker verhandelbaar. De termijnmarkt is een dagmarkt waarop beleggers op korte termijn risico’s kunnen afdekken of kunnen speculeren. Futures worden vaak gekocht of verkocht voor een periode van dagen, weken of maanden. Futures zijn daarmee een ideaal instrument voor beleggers en speculanten.
- Forward Rate Agreements (FRA’s); worden verhandeld op de zogenaamde ‘Over the Counter’ (OTC) markten. Dit zijn markten waarbij partijen rechtstreeks met elkaar (zonder tussenkomst van een gecentraliseerde regelgevende marktpartij) onder eigen voorwaarden een overeenkomst met elkaar afsluiten. Daarmee zijn FRA’s als financieel product flexibeler dan futures. Het risico van FRA’s is daarentegen groter omdat nakoming van het contract lastiger is af te dwingen omdat er geen derde partij garant staat. Doordat FRA’s niet gereguleerd zijn zijn FRA’s ook minder goed verhandelbaar. FRA’s hebben daarom veelal een langere tijdshorizon van maanden tot enkele jaren. Verder is bij FRA’s de productkwaliteit een belangrijk aandachtspunt. Daar waar bij de future de kwaliteit van de producten (bijvoorbeeld de kwaliteit van de graan, olie, goud) gedetailleerd is gedefinieerd leidt deze bij een FRA vaker tot een discussie tussen partijen. In de praktijk zien we dat alleen grote bedrijven en financiële instellingen gebruik maken van FRA ‘s.
2c Risicoprofiel van Termijncontracten
Het financieel risico van termijncontracten (futures en FRA’s) is voor de koper beperkt. Terwijl voor de verkopende partij van een termijncontract het risico groot is. De koper van het termijncontract heeft immers het risico van een prijsverandering overgedragen naar de verkoper. Een termijn contract is daarmee een mooi financieel instrument voor partijen die hun kosten of opbrengsten willen fixeren door zogenaamde open posities af te dekken. En voor beleggingsmaatschappijen om te beleggen of te speculeren.
- Koper van de termijncontract; de koper van het termijncontract heeft met het aangaan van het termijncontract zijn prijs gefixeerd. Daarmee heeft de koper van het contract het prijsrisico van het product (van goud, olie, aardappelen, wisselkoersen) afgedekt. Toch zijn er twee risico’s voor de koper van het termijncontract. Het eerste risico is als de verkoper haar verplichtingen niet wil/kan nakomen. En ten tweede het risico dat de verkoper een andere kwaliteit levert dan afgesproken (in het geval er niet contant wordt verrekend).
Bij futures, die op de beurs worden verhandeld, zijn deze twee risico’s veel minder groot omdat de beurs zelf garant staat voor het nakomen van de verplichting en de kwaliteit van het product gestandaardiseerd is.
- Verkoper van de termijncontract; de risico’s voor de verkopende partij, veelal een beleggingsmaatschappij, zijn vele malen groter. Ten eerste bestaat ook hier het risico van wanbetaling van de koper van het termijncontract. Het echte risico zit echter in de mogelijke prijsverandering die zich voordoet. Prijzen op de termijnmarkt kunnen sterk schommelen omdat de termijnmarkt een sterk reageert om emoties in de markt. Er zijn voorbeelden te over dat na een natuurramp de prijs van graan of aardappelen binnen een dag meer dan 20% zijn gestegen. Als de belegger dan heeft gespeculeerd op een prijsdaling dan kunnen de verliezen enorm oplopen.
Voor het kunnen handelen in termijncontracten is het storten van een margin (financieel onderpand) op de rekening van de beurs (futures) of bij een depotbank (FRA’s) verplicht. Met deze garantie geven de partijen aan dat zij verplichtingen jegens elkaar kunnen nakomen. Mocht de ingenomen positie een negatief rendement genereren, dan is mogelijk een extra storting vereist om uw bestedingsruimte positief te houden.
3 Andere Instrumenten
Naast de futures en Forward Rate Agreements (FRA’s) zijn er veel andere financiële producten op de financiële markten beschikbaar. We onderscheiden daarbij de eenvoudige financiële instrumenten zoals de spaarrekening, de obligatie of het aandeel. En we kennen de complexe financiële instrumenten (derivaten) zoals de termijncontracten. Waarbij veelal sprake is van afgeleide producten met een hefboomwerking. Denk daarbij aan:
- Optie; een optie is een overeenkomst en tussen koper en verkoper en geeft de houder ervan (de koper van de optie) het recht om een hoeveelheid producten, zoals aandelen, goud, of aardappelen binnen een bepaalde periode tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen of te verkopen.
Bij opties bestaat er een recht en níet de plicht om op een bepaalde datum een aandeel tegen een overeen gekomen prijs te kopen of te verkopen. Opties worden op de beurs verhandeld.
- Warrant; een warrant is net zoals de optie een overeenkomst die de koper het recht geeft en niet de plicht om een hoeveelheid producten, zoals aandelen, goud, of aardappelen binnen een bepaalde periode tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen of te verkopen. In tegenstelling tot opties worden warrants niet op de beurs maar op de zogenaamde ‘Over the Counter’ (OTC) markten verhandeld.
- Swap; de swap heeft hetzelfde doel als de termijncontract of de optie. Namelijk het afdekken van risico’s en het speculeren op prijsontwikkelingen. Bij een swap is er echter geen sprake van toekomstige transactie. Een swap is een ruilcontract waarbij een partij voor een bepaalde periode een risico wisselt tegen dat van een andere partij. Bij een swap wordt dat gedaan door bepaalde geldbedragen (bijvoorbeeld de vaste en variabele rente over een geldlening) voor een bepaalde periode uit te wisselen.