Handy’s typologie van Bedrijfsculturen

Inleiding

De bedrijfscultuur van een organisatie bepaalt hoe de medewerkers handelen en zich gedragen binnen die organisatie. De bedrijfscultuur is daarmee een belangrijke, en wellicht de belangrijkste, succesfactor van een organisatie. Theoretici onderscheiden verschillende soorten typologieën organisatieculturen. De typologie van Handy (1996) is inmiddels een klassieker om organisatieculturen mee te typeren.

1   De Essentie

De typologie van Handy legt voor het typeren van een bedrijfscultuur een relatie met de strategie en organisatiestructuur van een organisatie. Handy leidt op basis van de organisatievormen (configuraties) van Mintzberg twee organisatie variabelen af die de (organisatie)cultuur van een bedrijf bepalen:

  • Mate van machtsverdeling; een belangrijke factor die bepalend is voor de organisatiestructuur en daarmee de cultuur van een organisatie is de wijze waarop de macht is verdeeld tussen de organisatieleden. Bij gecentraliseerde organisaties ligt de macht veelal bij één directeur of de hoogste managementlaag. Deze neemt alle beslissingen. Bij gedecentraliseerde organisaties hebben individuele leden een bepaalde mate van beslissingsbevoegdheid. Denk bijvoorbeeld aan een arts of adviseur.
  • Mate van samenwerking; de tweede factor die bepalend is voor de organisatiecultuur van een organisatie is de mate van afstemming die organisatieleden met elkaar zoeken. Zoeken medewerkers samenwerking om problemen op te lossen. Of zoeken medewerkers niet of nauwelijks afstemming omdat dit vanuit hun rol (ik weet wat ik moet doen) of professionaliteit (laat dat maar aan mijn over) weten wat ze moeten doen.

Handy stelt dus dat de normen, waarden en overtuigingen binnen een bedrijf sterk afhangen van hoe een bedrijf is georganiseerd. De vier culturen die Handy onderscheidt zijn dan ook sterk gebaseerd op het basiswerk van Mintzberg die komt tot een beperkt aantal organisatievormen (configuraties).

2   Soorten Bedrijfsculturen

In het Model of Organisational Culture worden de twee belangrijke organisatievariabelen die Handy onderkent tegen elkaar afgezet. Hierdoor ontstaan vier kwadranten. Elk kwadrant bevat een specifieke bedrijfscultuur met eigen overtuigingen, normen en waarden die kenmerkend is voor die specifieke organisatievorm. Handy onderscheidt de volgende vier bedrijfsculturen.

a   Taakcultuur 

Organisaties met een taakcultuur zijn prestatie- en resultaatgericht. Medewerkers zijn ervaren professionals en zijn gericht op het oplossen van problemen. Resultaten zijn belangrijker dan regels of machtsverhoudingen. Een taakcultuur zie je veel terug in project- en matrixorganisaties waarbij resultaten en samenwerking belangrijker zijn dan regels en hiërarchische verhoudingen. De macht is gedecentraliseerd en ligt bij de professionals. Belangrijke waarden in deze organisatie zijn dan ook:  

organisatiecultuur handy typologie bedrijfsculturen taakcultuur png
  • Resultaatgericht
  • Samenwerking
  • Professionaliteit
  • Zelfstandigheid
  • Vertrouwen
  • Flexibiliteit

Organisaties met een taakcultuur zijn wendbaar en kunnen daardoor snel inspelen op veranderingen in de omgeving. De taakcultuur is daarmee bij uitstek geschikt voor zeer dynamische markten of voor het oplossen van crisissituaties. Organisaties waar je de taakcultuur veel tegen komt zijn bijvoorbeeld marketing-, reclame- en consultancy bureaus. Maar je kunt ook denken aan crisisorganisaties als veiligheidsregio’s of het Rode Kruis.

b   Machtscultuur

Organisaties met een machtscultuur vind je vooral terug bij de ondernemende organisatie. De ondernemende organisatie kent een simpele en platte structuur. Door de platte organisatie is de organisatie in staat snel in te springen op kansen en risico’s die zich voordoen. De medewerker voert de opdrachten uit die de ondernemer haar of hem geeft. Overtuigingen, normen en waarden die aan de machtscultuur ten grondslag liggen zijn dan ook: 

organisatiecultuur handy typologie bedrijfsculturen machtscultuur png
  • Direct toezicht (hiërarchisch)
  • Flexibiliteit
  • Loyaliteit
  • Niet zelfstandige medewerkers
  • Samenwerking
  • Weinig regels en procedures

De machtscultuur blijkt in de praktijk een belangrijkste succesfactor voor kleine organisaties. Alles staat of valt met de ideeën van de ondernemer over de markt, de werkprocessen en de manier waarop de ondernemer de medewerkers aanstuurt. De machtcultuur gaat knellen als de organisatie groter wordt. De ondernemer kan niet meer alles overzien en zal de organisatie gaan formaliseren. De machtcultuur gaat dan knellen. Vaak zie je dan dat de machtscultuur zich langzaam transformeert in een andere cultuur. 

c   Persoonscultuur

In de persoonscultuur staat het individu centraal. Medewerkers vinden zichzelf belangrijker dan de organisatie. Normale hiërarchischte structuren of het voorschrijven van regels en procedures werken niet in deze organisatievorm, behalve als er sprake is van wederzijdse instemming. Elementen van een persoonscultuur vind je in organisaties waar de inhoudelijk specialist zich niet laat aansturen door ‘het management’. Belangrijke waarden in een persoonscultuur zijn:

organisatiecultuur handy typologie bedrijfsculturen persoonscultuur png
  • Professionaliteit
  • Zwakke samenwerking
  • Taakspecialisatie
  • Eigenwijs(heid)
  • Onafhankelijkheid
  • Zelfstandigheid

In de meest zuivere vorm kom je de personeelscultuur niet tegen. Een organisatie waarin het individu belangrijker is dan de organisatie als geheel is geen lang leven beschoren. Dat neemt niet weg dat je elementen van deze persoonscultuur wel tegen komt in meer professionele organisaties. In dit type organisaties werken specialisten die professionele macht hebben en zich door anderen niet de wet laten voorschrijven. Denk daarbij aan ziekenhuizen, universiteiten of samenwerkingsverbanden tussen architecten. Waar continu sprake is van een machtsstrijd tussen management en de specialisten.   

d   Rolcultuur

De rolcultuur wordt getypeerd als een bureaucratische organisatie die bekend staat om haar (strenge) regels, verplichtingen, afspraken en procedures. Er is sprake van een duidelijke hiërarchie, standaardisatie van producten en processen. Coördinatie van werkzaamheden vindt plaats door plannen, procedures en werkinstructies (en niet zozeer door samenwerking). Belangrijke kenmerken van deze organisatie zijn dan ook:

organisatiecultuur handy typologie bedrijfsculturen rolcultuur png
  • Sterke hiërarchie
  • Veel regels en procedures
  • Zwakke samenwerking
  • Taakspecialisatie
  • Standaardisatie van producten en processen
  • Medewerkers hoeven niet zelf na te denken

De rolcultuur vind je vooral terug in bureaucratische organisaties. Door standaardisatie van producten en processen worden in de bureaucratische organisaties efficiencyvoordelen behaald en wordt gelijkwaardigheid van omgang met klanten of burgers afgedwongen. Deze laatste is de reden dat overheidsorganisaties vaak een bureaucratisch karakter hebben. Dit om willekeur en vriendjespolitiek te voorkomen. Met als keerzijde dat bureaucratische organisaties niet flexibel zijn.

Elk bedrijfscultuur bevat specifieke veronderstellingen over wat het succes van een organisatie bepaalt. En dat deze veronderstellingen ogenschijnlijk tegengesteld (paradoxaal) zijn. Zo lijken de overtuigingen, normen en waarden die ten grondslag liggen aan een taakcultuur haaks te staan op de overtuigingen, normen en waarden van de rolcultuur. En die van een machtscultuur ten opzichte van een persoonscultuur. 

3   Bedrijfscultuur = Succes

Organisatiecultuur omvat de basiswaarden van een organisatie. Basiswaarden zijn veelal gebaseerd op die gedragingen die in het verleden tot succes van de organisatie hebben geleid. Zo kun je voorstellen dat de organisatiecultuur van Apple (gericht op innovatie) geheel anders is als die van McDonald’s (taakgericht). Beide zijn succesvolle organisaties. Het is dus niet zo dat de ene organisatiecultuur persé beter is als de andere organisatiecultuur. Maar het is wel zo dat succesvolle organisaties vaak een kenmerkende cultuur hebben die hen onderscheidt van hun concurrenten. Onderzoek toont telkens weer aan dat organisatiecultuur een belangrijke succes- of faalfactor is van een organisatie. Deze conclusie wordt nog eens onderstreept door de bekende uitspraak: Culture eats Stragety for breakfast.

4   Cultuurmodellen

Er zijn naast het model van Handy verschillende andere modellen waarmee de complexiteit van het fenomeen organisatiecultuur vereenvoudigd wordt weergegeven. Hieronder worden de 5 bekendste modellen uitgewerkt en worden hun onderlinge verschillen toegelicht.

  1. Wat is Organisatiecultuur? (House of Control); organisatiecultuur is de manier waarop we binnen de organisatie de dingen doen. Een organisatiecultuur kun je het best vergelijken met de persoonlijkheid van een mens. Elke organisatie heeft net zoals de mens een unieke ‘persoonlijkheid’ met bijbehorende normen, waarden en gedragingen. Op deze pagina wordt duidelijk wat organisatiecultuur precies is. De meest gangbare definities worden toegelicht, de belangrijke kenmerken besproken en wordt duidelijk gemaakt hoe een bedrijfscultuur ontstaat. Tenslotte wordt duidelijk waarom de bedrijfscultuur een belangrijke (en misschien wel de belangrijkste) succesfactor van een organisatie is.
  2. IJsbergmodel van Hall; de ijsberg-theorie van Hall stelt dat de zichtbare uitingen van cultuur zoals eten, muziek, kleding, omgangvormen en kunst slechts 10% uitmaken van de gehele culturele context van een samenleving. De overige 90% van een cultuur is niet direct zichtbaar. Het gaat hier om normen en waarden, of nog dieper, innerlijke overtuigingen die door de individuele leden van een samenleving worden gedeeld. Hall stelt dat het belangrijkste deel van een cultuur verborgen en niet waarneembaar is. Hall spreekt daarom over cultuur als een ijsberg. cultuur ijsberg theorie model hall2 pngWaar op een vergelijkbare manier de ijsberg veel meer wordt gedefinieerd door het ijs wat zich onder het wateroppervlak bevindt dan wat boven het wateroppervlak waarneembaar is.
  3. Model van Concurrerende Waarden (Quinn); naast de typologie van Handy wordt ook het model van de Concurrerende Waarden van Quinn veel gebruik om bedrijfsculturen te typeren. Quin zet twee schijnbare tegenstellingen waarmee organisaties dagelijks mee worstelen (stabiliteit versus flexibiliteit en interne versus externe focus) tegen elkaar af. Hierdoor ontstaan vier kwadranten met een eigen specifieke bedrijfscultuur; de hiërarchische cultuur, de marktcultuur, de familiecultuur en de innovatieve cultuur. Elk bedrijfscultuur kent specifieke eigen veronderstellingen die het gedrag en daarmee het succes van een organisatie bepalen.
  4. 3-Cultuurlagen van Schein; Schein onderscheidt drie niveaus (lagen) van een bedrijfscultuur op basis waarvan je de cultuur van een organisatie kunt doorgronden. De zogenaamde zichtbare uitingen (artifacts), de uitgedragen waarden (espoused values) en de basisveronderstellingen (basic assumptions). Schein benadrukt dat de bedrijfscultuur van een organisatie dieper gaat dan alleen de zichtbare uitingen van die cultuur. En dat als je de organisatiecultuur van een bedrijf goed wil doorgronden je ook de impliciete veronderstellingen (de zogenaamde ‘onzichtbare’ lagen) die aan de zichtbare uitingen ten grondslag liggen moet analyseren.
  5. Zes Cultuurdimensies van Hofstede; met het onderscheiden van zes culture dimensies (die raakvlakken hebben met de zes basisveronderstellingen van Schein) heeft Hofstede een model ontwikkeld waarmee de onderliggende drijfveren van een samenleving in kaart worden gebracht. Op basis van deze zes culturele dimensies wordt duidelijk wat de belangrijkste overtuigingen, waarden, houding en gedragingen van een land zijn. Op basis waarvan je het gedrag van je gesprekspartner kan verklaren en/of voorspellen en daarop kan inspelen. Hofstede heeft daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan het intercultureel management binnen organisaties. 

5   Cultuurverandering

Fusies, overnames, slechte resultaten, bedreigingen van buitenaf zijn allemaal redenen om een (cultuur)verandering door te voeren. Onze ervaring is dat zware cultuurtrajecten niet de oplossing zijn. Deze brengen een boel gedoe met zich mee maar hebben weinig effect. House of Control staat een veel pragmatischer werkwijze voor. De paradox is dat als je de cultuur van je organisatie wilt veranderen je je helemaal niet moet richten op cultuurverandering. Cultuur gaat namelijk over gedrag. Cultuurverandering gaat erover om de dingen anders te gaan doen. Richt je bij een cultuurverandering dus op het aanpassen van het gedrag. Dan volgt de cultuur vanzelf. Op basis van onze ervaringen hanteren wij de volgende 10 succesfactoren voor het doorvoeren van een cultuurverandering.

  1. Creëer sense of Urgency; een randvoorwaarde om met succes een cultuurverandering door te voeren is dat de noodzaak tot verandering voor iedereen duidelijk is. Alleen dan zijn mensen bereid om hun gedrag te veranderen. Vertel de mensen het eerlijke verhaal waarom de organisatie in de huidige vorm niet toekomstbestendig is. En leg uit hoe een cultuurverandering aan een betere toekomst voor de organisatie bijdraagt. Mensen komen sneller in beweging naarmate de sense of urgency hoger is. En al helemaal als de baanzekerheid onder druk staat.   
  2. Duidelijke stip aan de horizon; het moet voor de mensen duidelijk zijn wat er gaat veranderen. Het moet voor de mensen duidelijk zijn hoe het toekomstige organisatie eruit ziet. Stel een missie, visie en strategie op waaruit blijkt hoe de organisatie zich in de markt/omgeving wil positioneren. En welke (strategische) stappen het neemt om daar te komen. Een duidelijke stip aan de horizon geeft energie en handvatten aan de organisatie en de mensen om daar naar toe te bewegen.   
  3. ‘Out of the Box’; zoals Einstein het mooi heeft verwoord: ‘Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het probleem heeft veroorzaakt‘. Bij het vormgeven van de cultuurverandering is het belangrijk om een aanpak te kiezen die afwijkt van de gangbare (verander)aanpak binnen de organisatie. Haal management en medewerkers uit hun comfortzone en stimuleer hen om met brainsstormsessies, werkbezoeken en interviews van experts of klantenpanels de essentie van de verandering ’te pakken’. En leg de verandering vast in een leuke presentatie, video of interactieve webpagina.  
  4. Integrale aanpak; een cultuurverandering maakt altijd onderdeel uit van een grotere verandering. Een fusie, overname of een nieuwe missie, visie en strategie vereist niet alleen een verandering van het gedrag van de mensen. Een fusie, overname of nieuwe strategie raken ook de de structuur, processen en systemen van de organisatie. Een cultuurverandering moet dan ook altijd in samenhang met de grotere veranderopgave aangepakt worden.   
  5. Leiderschap (practice what you preach); cultuur is van iedereen. Maar het moge duidelijk zijn dat het management een belangrijke voorbeeldfunctie heeft in het uitdragen van de ‘nieuwe’ cultuur. Je bent als leider de verandering. Je vertelt als leider niet alleen over de verandering, maar nog belangrijker, je handelt er ook naar en bent eerlijk over wat wel en niet kan. Verder luistert de leider naar de mensen. Hierdoor ontstaat er inzicht in de veranderbereidheid van de mensen en wordt het mogelijk (waar nodig) acties uit te voeren om die veranderbereidheid te vergroten. De leider beïnvloedt het weten, willen en kunnen van de mensen.
  6. Veranderen doe je samen; een cliché die ook echt waar is. Een organisatieverandering zal alleen slagen als je de mensen die het betreft bij de verandering betrekt. Een (cultuur)verandering van bovenaf is gedoemd te mislukken. Geef de mensen de ruimte om binnen de kaders van de organisatieverandering keuzes te maken. Door een cultuurverandering samen vorm te geven wordt de veranderbereidheid van de mensen groter. Waardoor de kans op succes zal toenemen.
  7. Opstellen van kernwaarden; stel samen met de mensen van de werkvloer kernwaarden op die rand voorwaardelijk zijn voor het realiseren van de strategie van de nieuwe organisatie. Stel ongeschreven regels ter discussie en bepaal welk gedrag daarvoor in de plaats moet komen. Beperk je tot de drie belangrijkste kernwaarden om zo de focus op die nieuwe kernwaarden te leggen. Geef vervolgens invulling aan de kernwaarden door voorbeelden uit te werken waarin duidelijk wordt welk gedrag van de mensen wordt verwacht (en welk niet). 
  8. Formeer een leidende coalitie; om een verandering door te voeren hebben leiders ondersteuning nodig van een groep enthousiaste mensen. Kotter noemt dit de ‘leidende coalitie’. Dit zijn mensen met formele en informele invloed die diep geworteld zijn in de organisatie, maar tegelijk ook afstand kunnen nemen en voldoende kritisch zijn. De leidende coalitie geeft de cultuurverandering mede vorm en activeert en enthousiasmeert de cultuurverandering op de werkvloer. De leidende coalitie is de olievlek die zich (als het goed is) binnen de organisatie gaat verspreiden. 
  9. Persoonlijke communicatie; communiceer niet alleen over het ‘waarom’ en het ‘wat’ van de verandering. Mensen vragen zich meestal in eerste instantie af; wat betekent de verandering voor mij? Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat (gedrags)verandering het best gerealiseerd kan worden via persoonlijke werkrelaties. Ga dus met de mensen in gesprek om de verandering toe te lichten en (mogelijke) individuele gevolgen te bespreken en de onzekerheid daar waar mogelijk te verminderen.
  10. Vier de successen; maak cultuurverandering leuk! Vier de successen die met het nieuwe gedrag zijn behaald. Hierdoor laat je de mensen zich goed voelen over het nieuwe gedrag. De mensen brengen dan vanzelf hun werkwijze over op andere collega’s. Beloon en geef aandacht aan de successen. Wanneer het management de successen beloont, zal dit de andere medewerkers ook opvallen en hen stimuleren het gewenste of goede gedrag over te nemen.  

Wij zijn ervan overtuigd dat bij het doorvoeren voor een cultuurverandering geen zware cultuurtrajecten nodig zijn. Cultuurverandering begint, zodra je eraan begint. Cultuurverandering is een lange weg met vallen en opstaan. Maar cultuurverandering is zeer zeker wel mogelijk door gewoon te doen. Het doorvoeren van een cultuurverandering is een leerproces waarbij denken en doen samen gaan door learning by doing.

Deel via Social Media:

Plaats een reactie