
Waarom ontstaat weerstand?
Op basis van de ervaringen van House of Control en de beschikbare literatuur zijn hieronder de 10 belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van weerstand bij veranderingen weergegeven:
- Onzekerheid; verandering leidt tot onzekerheid. Mensen weten niet of ze hun baan behouden, of ze van functie moeten veranderen of dat ze voldoen aan de eisen die de verandering aan hen stellen. Een goede communicatie is hier hét instrument om onzekerheid te verkleinen dan wel weg te nemen.
- Gewoontedier; mensen zijn gewoontedieren. Mensen denken dat door verandering alles anders wordt waardoor gewoontes en gebruiken komen te vervallen. Dit ervaren mensen als bedreigend. Dit ondervangt u door niet alleen op de verandering te focussen maar door ook de blijvende gewoontes en gebruiken te benadrukken.
- Machteloosheid; opgelegde veranderingen roepen per definitie weerstand op omdat dit indruist tegen de autonomie van mensen. Mensen worden geconfronteerd met het feit dat zij niet alles in eigen hand hebben. Dit kan heftige emoties oproepen.
Geef mensen keuzevrijheid binnen de kaders van de verandering. Het vergroot de draagvlak van de verandering.
- Onverwerkt verleden; bij veranderingen heb je vaak te maken met ‘oude wonden’ uit het verleden. Bijvoorbeeld een serie van mislukte veranderingsinitiatieven, misstanden in de eigen organisatie, belabberde interne coördinatie, verstoorde onderlinge relaties, etc.. Als management ben je bij een nieuw verander initiatief bij voorbaat ongeloofwaardig! Het vertrouwen moet worden teruggewonnen voordat je verder gaat.
- Sense of Urgency ontbreekt; als niet helder is waarom er iets verandert moet worden zal er niets veranderen. Met uitzondering van faillissement of ontslag moet er veel energie geïnvesteerd worden in communicatie over de noodzaak van de verandering. Mensen willen veranderen, maar dat doen ze alleen als ze begrijpen waarom ze moeten veranderen.
- Slecht voorbeeld doet slecht volgen; de manager die echt een verandering wil doorvoeren zorgt voor draagvlak door steeds met zijn medewerkers de verandering op de agenda te zetten en geeft vooral het goede voorbeeld door zelf het gewenste gedrag te tonen (“practice what you preach”).
- Ik word er niet op beoordeeld; als een verandering echt belangrijk is zorg er dan voor dat de verandering te meten is en dat je mensen erop ‘afrekent’. Mensen zijn geneigd geen prioriteit te geven aan zaken waarop ze niet worden beoordeeld. Vertaal het gewenste gedrag in concrete competenties en laat deze onderdeel uitmaken van de beoordelingscyclus.
- Onduidelijkheid over de exacte verandering; als mensen wel willen veranderen maar ze weten niet hoe dan zal de neiging om te veranderen klein zijn. Waarom zullen mensen het nieuwe programma gebruiken als ze niet weten hoe die werkt terwijl het oude systeem het ook nog doet? Oplossing is ook hier een goede communicatie. Maak precies duidelijk
wat er voor wie verandert en bereid de mensen met gesprekken, opleidingen en voorbeeldgedrag voor op de verandering.
- Weerstand als self-fulfilling prophecy; het management draagt vaak onbewust bij aan creëren van weerstand. De verandering moet gerealiseerd worden. Punt uit! Er is geen keus en nauwelijks speelruimte. Mensen komen met kritische vragen. Het management zet zich schrap en reageert defensief. De medewerkers worden versterkt in een negatieve houding. “Zie je wel; dit heeft geen zin. Ze gaan toch hun eigen gang.” Dit gebeurt veelal onbewust en automatisch. Het gevolg is dat er vicieuze cirkels ontstaan, die zichzelf in stand houden. Kortom: de communicatie vereist een manier van emotiemanagement waar veel organisaties niet aan toe komen. Omdat het aan tijd ontbreekt dan wel omdat de managers niet over de vereiste vaardigheden beschikken.
- Externe bemoeienis; in de ogen van eigen medewerkers hebben externe adviesbureaus per definitie geen gevoel voor ontstaansgeschiedenis van de organisatie, begrijpen ze de cultuur van de organisatie niet en hebben ze ook geen verstand van het unieke karakter van de bedrijfsprocessen. Wees u hiervan bewust en maak van het advies van het bureau uw eigen besluit.
Door u inzicht te geven in de oorzaken van weerstand kunt u bepalen hoe u de weerstand kan verkleinen dan wel wegnemen. Op de pagina 10 succesfactoren voor Verandertrajecten wordt aangeven hoe u een verandering met succes kunt doorvoeren. Waarbij het voorkomen van én het omgaan met weerstand bepalend is voor het succes. Immers veranderen is mensenwerk!
Weerstandsmodellen
Mensen hebben weerstand tegen veranderingen. Iemand met weerstand is emotioneel, koppig en enigszins irrationeel. Veranderingen leiden tot een soort rouwproces met gevoelens van ontkenning, een vecht of vlucht reactie en uiteindelijk ook de berusting en het zien en benutten van nieuwe kansen. Dit soort emotionele processen kan men gewoon laten gebeuren of men kan proberen die te beïnvloeden, te managen. In de literatuur onderscheiden we de volgende ‘weerstandsmodellen’:
- Weerstand Interventiestrategie Kotter en Schlesinger; op deze pagina vind je zes instrumenten om weerstand te voorkomen dan wel te verminderen. Denk hierbij aan opleiding en communicatie, participatie, onderhandelen, manipuleren, etc..
- Beïnvloedingsstijlen; op deze pagina worden 4 stijlen besproken die de manager kan hanteren om het gedrag van de mensen te beïnvloeden. Het gaat om de overtuigende stijl, de enthousiasmerende stijl, de relationele stijl en de normatieve stijl. Een manager moet naast zijn of haar voorkeursstijl nog minimaal twee stijlen kunnen hanteren.
- 7-Krachtenmodel van Berenschot; dit model geeft managers handvatten om een cultuurverandering door te voeren. Op deze pagina wordt toegelicht hoe de zingevingskrachten, proceskrachten en actiekrachten bijdragen aan een cultuurverandering.
- Lewins model van Organisatieverandering; op deze pagina wordt aan de hand van het klassieke model van Lewin duidelijk hoe verandering tot stand komt. Waarbij Lewin aangeeft dat om weerstand te overwinnen de activiteiten losmaken, veranderen en stabiliseren nodig zijn.