Terugverdienperiode

Simpele methode

De terugverdienperiode is een methode om te bepalen in welke tijdsduur de investeringsuitgaven zijn terugverdiend in de vorm van een positieve kasstroom (cashflow). Een investering wordt minder interessant naarmate de terugverdienperiode langer wordt. De risico's van de investeringen worden namelijk met de duur van de investering groter. De veronderstelde inkomsten en uitgaven worden elk jaar onzekerder.

 

Formule terugverdienperiode

De terugverdienperiode is gelijk aan het investeringsbedrag gedeeld door de jaarlijkse cashflow. Voor de berekening zijn dus nodig het investeringsbedrag en de jaarlijkse cashflow die de investering genereert. De formule is dan ook eenvoudig en ziet er als volgt uit:

Beperkingen Terugverdienmethode

De terugverdienperiode is een eenvoudige en snelle methode om een indicatie te krijgen of een investering al dan niet interessant is. De methode is tegelijkertijd nogal beperkt om te bepalen of een investering interessant is of niet omdat: 

 
  • Kasstromen na de terugverdienperiode; de terugverdienmethode houdt geen rekening met positieve of negatieve cashflows van na de terugverdienperiode. De terugverdienmethode richt zich op de terugverdienperiode en laat alle baten en kosten die buiten deze periode vallen buiten beschouwing.
 
  • Tijdsvoorkeur van kasstromen; de terugverdienmethode houdt geen rekening met de tijdsvoorkeur van de kasstromen. Een euro nu is als gevolg van inflatie nu meer waard dan over zes jaar (zie de pagina Kasstromen). Deze methode houdt daar geen rekening mee.
 

Voorbeeld

Stel het is mogelijk om een concurrent over te nemen. De investering bedraagt € 200.000. De jaarlijkse cashflow bedraagt € 30.000. Wat is de terugverdienperiode?
 
 
De terugverdienperiode is dus bijna 7 jaar. Dat wil zeggen dat de totale investering binnen zeven jaar is terugverdiend. Afhankelijk van het soort investering dat u doet kunt u bepalen of de terugverdientijd te lang is (en daarmee te risicovol) of niet.
 

Andere Investeringsselectie Methoden

De Terugverdienperiode geeft dus de periode aan waarin de investering wordt terugverdiend. Gezien de beperkingen van deze methode mag een investering nooit alleen op basis van de uitkomst deze berekening plaatsvinden. Voor een goede investeringsanalyse moet deze methodiek in combinatie met andere investeringsselectie methoden uitgevoerd worden.    

 
  • Break-Even-Analyse; op deze pagina wordt duidelijk hoe het zogenaamde 'kritisch punt' bijdraagt aan investeringsselectie. Met behulp van een rekenvoorbeeld wordt duidelijk bij welke afzet een investering verlies maakt, quitte loopt of winst genereert.
 
  • Return on Investment (ROI); op deze pagina wordt met behulp van een formule en een voorbeeld het rendement van een investering berekend. Tevens wordt ingegaan op de voor- en nadelen van de ROI als methode voor investeringsselectie.
 
  • Netto Contante Waarde Methode (NCW); op deze pagina wordt duidelijk waarom investeerders een voorkeur hebben voor de NCW-methode. De methode houdt rekening met de tijdsvoorkeur van geld. Met behulp van een rekenvoorbeeld wordt duidelijk wat de invloed van kasstromen en de disconteringsvoet is op de (netto contante) waarde van een investering.
 
  • Interne Rentabiliteit; deze methode is een variant op de NCW-methode want deze methodiek houdt ook rekening met de tijdsvoorkeur van investeerders. Zij het dat bij de NCW-methode de netto contante waarde van de investering wordt berekend bij een gegeven disconteringsvoet. Terwijl bij de Interne Rentabiliteit methode de netto contante waarde van de investering op 0 wordt gezet. Zodat je de disconteringsvoet c.q. rentabiliteit van de investering kunt berekenen.
 

Op de pagina Voorbeeld Investeringsanalyse is een uitgewerkte casus opgenomen van een investeringsanalyse. Waarbij naast de terugverdienperiode ook andere methoden worden behandeld en uitgewerkt. En de voor- en nadelen van de verschillende methoden met elkaar worden vergeleken.

Deel House of Control via Social Media