
Wat zijn investeringen?
Organisaties doen investeringen om toekomstige winsten (of andere doelstellingen) veilig te stellen dan wel te vergroten. Maar wat zijn investeringen nu precies en welke soorten investeringen kun je onderscheiden:
- Opoffering; een investering is een opoffering van geld of tijd in het nu om op later moment een doel te kunnen verwezenlijken. Iemand kan nadenken over een probleem, een boek lezen of een netwerk opbouwen. Allemaal zaken die als investering gezien kunnen worden. In het dagelijks spraakgebruik hebben investeringen betrekking op grote uitgaven 'in het nu' waarvan in de toekomst opbrengsten worden verwacht.
- Investering versus kosten; in de economie spreekt men van een investering (en niet van kosten) als het doel pas op lange termijn behaald wordt. De grens ligt meestal bij een jaar. Als iemand een reep chocola koopt en het direct opeet is er geen sprake van een investering. Maar van kosten omdat het doel, het opeten van de chocola, direct gehaald wordt. Ook bijvoorbeeld de aanschaf van grondstoffen door een bedrijf voor de productie van goederen die verkocht gaan worden is geen investering, maar een kost, omdat de meeste productieprocessen binnen een jaar zijn afgerond.
- Homo Economicus; in de economie is het uitgangspunt dat mensen en bedrijven rationeel handelen. Dat betekent dat bedrijven altijd kiezen voor die investering die de winst van de organisatie maximaliseert. De mens als rationeel wezen lijkt een redelijk uitgangspunt. In werkelijkheid worden investeringen (te) vaak op intuïtie gedaan. Of nog erger uit hobbyisme of grootheidswaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de overname van ABN AMRO bank door de Fortis Bank.
Soorten investeringen
Investeringen komen volgens bovenstaande definitie in vele soorten en maten voor. Het volgen van een opleiding is een investering. Dit geldt ook voor het aanschaffen van een computer. En ook het vervangen van het autopark, het uitbreiden van de productiecapaciteit of het opkopen van een andere onderneming valt onder de noemer van een investering. Om inzicht te geven in de soorten investeringen die er onderkend worden is hieronder een schema opgenomen.
- Totaal investeringen; het totaal van investeringen van een organisatie in een bepaald jaar is gelijk aan de optelsom van de uitbreidingsinvesteringen en de vervangingsinvesteringen.
- Uitbreidingsinvesteringen;
zijn gericht op het vergroten van de productiecapaciteit. Deze investeringen vinden plaats in de vaste activa of de vlottende activa. Maar het kan natuurlijk ook gaan om investeringen in het menselijk 'kapitaal'. De uitbreidingsinvesteringen worden met het aantrekken van eigen of vreemd vermogen gefinancierd.
- Investeringen in vaste activa; hier gaat het bijvoorbeeld om de aanschaf van extra productiemachines, de aanschaf van een ICT-systeem of de overname van een andere onderneming. Kenmerkend voor investeringen in vaste activa is dat er in de latere jaren veelal afschrijvingskosten, onderhoudskosten of financieringskosten tegenover staan.
- Investeringen in vlottende activa; dit zijn bijvoorbeeld investeringen in grotere voorraden van grondstoffen of handelsproducten. Die nodig zijn om een grotere productie mogelijk te maken.
- Breedte-investering; men spreekt van een breedte-investering wanneer er meer van eenzelfde type machines wordt aangeschaft. Bij een breedte investering zal de hoeveelheid benodigde arbeid evenredig stijgen met de uitbreiding van het aantal machines. Een voorbeeld van een breedte-investering is de uitbreiding van het wagenpark van een transportbedrijf.
- Diepte-investering; bij diepte-investeringen worden andersoortige machines aangeschaft waardoor de kapitaal- en arbeidsintensiteit verandert. Bij diepte-investeringen zal als gevolg van technologische ontwikkelingen de kapitaalintensiteit toenemen en de arbeidsintensiteit afnemen. Een voorbeeld van een diepte-investering is de investering in het elektronisch verwerken van facturen waardoor minder inzet nodig is van mensen op de Financiële Administratie.
- Vervangingsinvesteringen; zijn investeringen die worden gedaan om bestaande activa die economisch of technisch zijn afgeschreven te vervangen. Denk daarbij aan vervanging van computers, auto's of machines. Hét kenmerk van vervangingsinvesteringen is dat deze worden betaald uit de jaarlijkse afschrijvingen die worden gedaan.
Investeren & risico's
Specifiek onderwerp binnen investeringsanalyses is de manier waarop met risico's wordt omgegaan. De inschatting van de levensduur, de onderhoudskosten, de opbrengsten en de restwaarde van de investering zijn omgeven met onzekerheden. Dit vormt een risico. De veronderstelde inkomsten en uitgaven worden elk jaar onzekerder. Bij de investeringsanalyse kun je met dit risico op de volgende manieren rekening houden:
- Risico-opslag; bij de in de markt meest gangbare vorm van investeringsanalyse, de Netto Contante Waarde methode, wordt gebruik gemaakt van een disconteringsvoet waarmee de toekomstige cashflows contant worden gemaakt. Door de disconteringsvoet hoger te maken dan het geëist rendement op de investering neem je feitelijk een risico-opslag op in de disconteringsvoet. Het resultaat van de investering (cashflows) zal dan lager zijn maar je hebt dan wel (tot bepaalde hoogte) een aantal onzekerheden afgedekt.
- Scenario-analyse; betrek in je analyse de worst case scenario. Brengt de worst-case scenario niet alleen je winstgevendheid maar ook de continuïteit in gevaar? In het laatste moet je wel heel zeker zijn het rendement van je investering.
- Kasstromen vaststellen; probeer die kasstroom vast te stellen die op basis van een kansverdeling het meest logisch lijkt. Dus gebruik een groot aantal scenario's en pak vervolgens het gemiddelde. Waarbij de 10% extremen buiten beschouwing worden gelaten.
Bovenstaande risico beperkende maatregelen maken een belangrijk onderdeel uit van de investeringsanalyse. Maar vergeet niet dat de keuze tussen het rendement en de bijbehorende risico's uiteindelijk toch een subjectieve keuze blijft.
Investeringsanalyse
Bij het vraagstuk van de investeringsanalyse staat de kosten-batenanalyse van een investering centraal. Een investeringsanalyse geeft antwoord op de vraag of de investering bijdraagt aan de winstgevendheid van je organisatie.
- Winst / Rendement; het verdiende geld op een investering wordt ook wel winst of rendement genoemd. Winst is een absoluut getal en zegt niet zoveel. Is een winst van € 1.000 veel of weinig? Dat kun je niet zeggen. Dat hangt namelijk af van wat het geïnvesteerd vermogen is geweest. Een winst van € 1.000 op een investering van € 2.000 is zeer goed.
Een rendement van 50% (winst / geïnvesteerd vermogen). Een winst van € 1.000 op een investering van € 50.000 is niet goed. Het rendement is 2%. Je kunt je geld beter op de bank zetten. De conclusie is dan ook dat winst altijd in relatie moet worden gebracht met het geïnvesteerd vermogen om de winstgevendheid van een investering te bepalen.
- Cash is King; 'de winst' van een organisatie kan relatief makkelijk gemanipuleerd worden. Vandaar dat investeerders bij een investeringsanalyse liever uitgaan van de kasstromen die de investering genereert (in plaats van de winst). Men spreekt in de bedrijfseconomische literatuur niet voor niets van 'Cash is King'. Voor de eenvoud wordt op deze website ervan uitgegaan dat de kasstroom (cashflow) gelijk is aan de winst plus de afschrijvingen. Op de pagina Kasstroomoverzicht wordt dieper op het begrip 'kasstromen' ingegaan.
- Restwaarde; tenslotte is het bij een vervangingsinvestering nodig om (indien van toepassing) de restwaarde van het vervangende productiemiddel bij de investeringsanalyse te betrekken. Als je een machinepark wil vervangen dan hebben de oude machines veelal nog waarde. Deze waarde moet uiteraard op de investering in mindering worden gebracht wil je de winstgevendheid van de investering bepalen.
Investeringsselectie Methoden
De Terugverdienperiode geeft dus de periode aan waarin de investering wordt terugverdiend. Gezien de beperkingen van deze methode mag een investering nooit alleen op basis van de uitkomst deze berekening plaatsvinden. Voor een goede investeringsanalyse moet deze methodiek in combinatie met andere investeringsselectie methoden uitgevoerd worden.
- Break-Even-Analyse; op deze pagina wordt duidelijk hoe het zogenaamde 'kritisch punt' bijdraagt aan investeringsselectie. Met behulp van een rekenvoorbeeld wordt duidelijk bij welke afzet een investering verlies maakt, quitte loopt of winst genereert.
- Return on Investment (ROI); op deze pagina wordt met behulp van een formule en een voorbeeld het rendement van een investering berekend.
Tevens wordt ingegaan op de voor- en nadelen van de ROI als methode voor investeringsselectie.
- Netto Contante Waarde Methode (NCW); op deze pagina wordt duidelijk waarom investeerders een voorkeur hebben voor de NCW-methode. De methode houdt rekening met de tijdsvoorkeur van geld. Met behulp van een rekenvoorbeeld wordt duidelijk wat de invloed van kasstromen en de disconteringsvoet is op de (netto contante) waarde van een investering.
- Interne Rentabiliteit; deze methode is een variant op de NCW-methode want deze methodiek houdt ook rekening met de tijdsvoorkeur van investeerders. Zij het dat bij de NCW-methode de netto contante waarde van de investering wordt berekend bij een gegeven disconteringsvoet. Terwijl bij de Interne Rentabiliteit methode de netto contante waarde van de investering op 0 wordt gezet. Zodat je de disconteringsvoet c.q. rentabiliteit van de investering kunt berekenen.
Op de pagina Voorbeeld Investeringsanalyse is een uitgewerkte casus opgenomen van een investeringsanalyse. Waarbij de verschillende methoden worden uitgewerkt. En de voor- en nadelen van de methoden met elkaar worden vergeleken.