
Wat zijn opties?
Een optie is een financieel instrument. Een optie is een overeenkomst en geeft de houder ervan (de koper van de optie) het recht om een hoeveelheid effecten, zoals aandelen, binnen een bepaalde periode tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen of te verkopen. Bij opties bestaat er een recht en níet de plicht om op een bepaalde datum een aandeel tegen een overeen gekomen prijs te kopen of te verkopen. Opties worden op de beurs verhandeld.
- Afgeleide producten; opties zijn zogenaamde afgeleide producten. Iemand die handelt in opties koopt of verkoopt niet de effecten zelf, maar het recht om een hoeveelheid effecten binnen een afgesproken periode te kopen of verkopen. Bij een aandelenoptie bestaat de onderliggende waarde normaal uit 100 aandelen.
- Waarom handelen in opties?; er zijn meerdere redenen waarom er gehandeld wordt in opties. Met bijvoorbeeld het kopen van een putoptie kun je aandelen tegen een koersdaling beschermen. Of je kunt met opties extra rendement op je aandelen realiseren door call-opties uit te schrijven en zodoende de optiepremie te ontvangen. Opties worden tenslotte ook veel gebruikt als belegging. Opties kennen namelijk een in potentie hoog rendement. Al zijn de risico's ook hoog.
- Hefboomwerking; de optie kent een hefboomwerking waardoor winsten en verliezen erg groot kunnen zijn. De hefboomwerking werk als volgt. Stel je hebt één aandeel van € 1.000. Bij een koersstijging van 10% heb je een winst van € 100. Als je een call-optie hebt voor 500 aandelen en de
beurskoers ligt 10% hoger dan de uitoefenprijs dan is de winst gelijk aan 10% van € 1000 maal 500. De winst bedraagt dan geen € 100 maar 500 * € 100 = € 50.000.
- Onderliggende waarde; opties hebben niet alleen betrekking op aandelen. Ook andere onderliggende waarden worden met opties verhandeld zoals rentestanden, valuta en commodities (bijvoorbeeld goud, olie of aardappelen). Je kunt met opties dus ook anticiperen op een verwachte stijging of daling van de prijs van goud, een bepaalde valuta of van een specifieke rentestand.
Call Opties
Wie een calloptie koopt krijgt het recht om bijvoorbeeld 500 aandelen binnen een vastgestelde periode te kopen tegen een van tevoren vastgestelde prijs. Het bedrag dat je voor dit recht, de optie, moet betalen is de optiepremie. Wanneer de koers van het aandeel onder de afgesproken uitoefenprijs ligt, zal de optie geen (intrinsieke) waarde hebben. Men kan immers deze aandelen goedkoper kopen op de aandelenmarkt dan voor de afgesproken uitoefenprijs. Ligt de prijs echter hoger dan de uitoefenprijs, dan zal de optiehouder zijn rechten uitoefenen, de aandelen tegen de vastgestelde uitoefenprijs kopen en een winst behalen.
De koper van de call-optie speculeert op een waardestijging van het aandeel in de toekomst. Ligt de prijs van het aandeel op de expiratiedatum onder de uitoefenprijs dan is de optie niks waard. Het verlies voor de koper van een call-optie beperkt zich tot de betaalde optiepremie. Ligt de prijs van het aandeel op de expiratiedatum boven de uitoefenprijs dan kan de koper van de optie in beginsel onbeperkte winsten maken. Afhankelijk van de koers van het aandeel.
De schrijver van een call-optie verplicht zich er toe de 500 aandelen tegen een van tevoren vastgestelde prijs te verkopen. De schrijver ontvangt als compensatie de optiepremie ofwel de prijs van de optie. De schrijver van de optie verwacht dat de koers van het aandeel op de expiratiedatum lager ligt dan de uitoefenprijs. Anders had de schrijver de optie niet tegen die uitoefenprijs uitgeschreven. Is de koers van het aandeel op de expiratiedatum toch hoger dan de uitoefenprijs dat moet de schrijver de aandelen tegen de vastgestelde uitoefenprijs verkopen. De schrijver mist de koerswinst die hij op de aandelen had kunnen maken. Of de schrijver daarmee ook verlies maakt op het schrijven van de call optie hangt af of het missen van de koerswinst hoger is dan de ontvangen optiepremie die hij van de koper heeft ontvangen.
Put Opties
De koper van een putoptie heeft een recht gekocht om 2000 aandelen (of 4 ton aardappelen) tegen een van tevoren afgesproken prijs te verkopen. De koper van de putoptie speculeert op een waardedaling van de aandelenkoers. Iemand die bepaalde aandelen heeft en deze wil houden kan zich door koop van een geschikte put-optie dus "verzekeren" van de waarde van zijn aandelen gedurende de looptijd van de optie. Voor deze verzekering betaalt de koper een bedrag, de optiepremie. De schrijver (verkoper) van de putoptie verplicht zich de onderliggende waarde af te nemen tegen een van tevoren afgesproken prijs. Als vergoeding ontvangt de schrijver van de koper het premiebedrag. Wanneer aan het eind van de looptijd van de optie (bij expiratie) de koers van het aandeel boven de afgesproken prijs ligt zal de optie geen waarde hebben.
De Optiepremie
Hoe bepaal je nu de prijs van de optie, de zogenaamde optiepremie? Het is onmogelijk om de exacte prijs van een optie te bepalen. Er bestaat immers onzekerheid over de koersontwikkeling c.q. prijs van het aandeel (of de prijs van goud). Toch zijn er variabelen op basis waarvan de prijs van een optie wordt bepaald:
- Looptijd; hoe langer de looptijd, hoe groter de kans dat de koers van het aandeel een grote beweging laat zien en de optie veel geld waard wordt. Daarom kennen opties met een langere looptijd een hogere optiepremie dan kortlopende opties.
- Uitoefenprijs (ook wel strike); hoe kleiner het verschil tussen uitoefenprijs en koers van de onderliggende effecten, hoe groter het risico, hoe hoger de optiepremie. De afstand van de prijs van de onderliggende waarde tot de uitoefenprijs is uiteindelijk waar het om draait.
- Verwachte volatiliteit; de volatiliteit is de beweeglijkheid van de koerswaarde van het aandeel. Hoe volatieler de waarde van de onderliggende effecten, hoe groter de kans dat de optie veel geld waard zal worden. De volatiliteit van een aandeel is één van de belangrijkste variabelen die de optiepremie, de prijs van een optie bepalen.
Intrinsieke Waarde van een optie
Op het moment dat een optie is uitgeschreven en de optiepremie is betaald wil je intrinsieke waarde van de optie kunnen berekenen. Een optie heeft een intrinsieke waarde wanneer de beurskoers van het aandeel boven de uitoefenprijs ligt bij een call-optie of wanneer de beurskoers onder de uitoefenprijs ligt bij een put-optie. In de grafiek wordt duidelijk dat een call-optie vanaf een aandelenprijs van € 100,- (uitoefenprijs) een intrinsieke waarde heeft. De waarde van de optie is bij een uitoefenprijs echter nog negatief omdat de optiepremie 20 euro is. Maar omdat de premie al betaald is, zal de optie vanaf deze koers wel uitgeoefend worden. Bij een prijs van € 110 oefen je de optie wel uit maar maak je wel een verlies op de optie van € 10. Pas vanaf een koers van € 120 van het aandeel wordt er winst gemaakt op de optie.
Voor de verhouding tussen de intrinsieke waarde en de koers van de onderliggende waarde worden een drietal termen gebruikt. Een optie is in-the-money als de optie een intrinsieke waarde heeft. De koers van het aandeel ligt boven de uitoefenprijs (in het geval van een calloptie). Is het verschil tussen de koersaandeel en de uitoefenprijs groot, dan is de optie deep-in-the-money. Een optie is out-of-the-money als de optie geen intrinsieke waarde heeft, de koers ligt onder de uitoefenprijs (in het geval bij een call-optie). Een optie is at-the-money als de beurskoers van het aandeel exact gelijk is aan de uitoefenprijs.
Ongedekte Opties & Margin Verplichting
De schrijver van een call-optie of put-optie kan een optie schrijven terwijl de schrijver de aandelen (onderliggende waarde) niet zelf in bezit heeft. Dit noemen we een ongedekte optie. Bij ongedekte opties loopt de koper van de optie, diegene die de optiepremie betaalt aan de schrijver van de optie, een risico dat de schrijver van de optie niet kan voldoen aan de verplichtingen uit de optieovereenkomst. Bij ongedekte opties eist de optiebeurs dan ook zekerheidstelling in de vorm van een zogenaamde margin.
- Margin; een margin is een geldbedrag dat de schrijver moet storten op de rekening van de optiebeurs om de optiepositie te dekken. Het doel van de margin is ervoor zorgen dat de koper van een optie erop kan vertrouwen dat de tegenpartij (de schrijver van de optie) haar verplichtingen nakomt. En de aandelen kan leveren als de koper gebruik maakt van het recht om te kopen.
- Margin call; als gedurende de looptijd van de optie de intrinsieke waarde van de optie stijgt dan volstaat het gestorte geldbedrag niet meer. Op het moment dat dit bedrag onvoldoende is gaat men over tot een zogenaamde margin call, waarbij de schrijver van de optie wordt verplicht om tekorten aan te zuiveren.
Andere Financiële Instrumenten
Naast de futures en Forward Rate Agreements (FRA's) zijn er veel andere financiële producten op de financiële markten beschikbaar. We onderscheiden daarbij de eenvoudige financiële instrumenten zoals de spaarrekening, de obligatie of het aandeel. En we kennen de complexe financiële instrumenten (derivaten) zoals de termijncontracten. Waarbij veelal sprake is van afgeleide producten met een hefboomwerking. Denk daarbij aan:
- Opties; een optie is een overeenkomst en tussen koper en verkoper en geeft de houder ervan (de koper van de optie) het recht om een hoeveelheid producten, zoals aandelen, goud, of aardappelen binnen een bepaalde periode tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen of te verkopen. Bij opties bestaat er een recht en níet de plicht om op een bepaalde datum een aandeel tegen een overeen gekomen prijs te kopen of te verkopen. Opties worden op de beurs verhandeld.
- Warrants; een warrant is net zoals de optie een overeenkomst die de koper het recht geeft en niet de plicht om een hoeveelheid producten, zoals aandelen, goud, of aardappelen binnen een bepaalde periode tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen of te verkopen. In tegenstelling tot opties worden warrants niet op de beurs maar op de zogenaamde 'Over the Counter' (OTC) markten verhandeld.
- Swaps;
Bij een future of FRA heeft de koper de plicht om het product (het aandeel, hoeveelheid goud of bepaalde hoeveelheid valuta) tegen een vooraf vastgestelde prijs te kopen. Terwijl bij de optie of een warrant de belegger de keuze heeft om gebruik te maken van het recht op koop van het product tegen de vastgestelde prijs. Bij een swap.....